Toyota Way

De 14 principes van de Toyota way

Professor Jeffrey Liker (2004) categoriseerde 14 principes in diens “The Toyota Way – 14 Management Principles from the World’s Greatest Manufacturer”aan de hand van het 4P model: Philosophy, Process, People & Partners en Problem Solving, of te wel een lange termijnvisie, verspillingen uit processen halen, mensen laten excelleren en problemen oplossen.

De Lange Termijn Filosofie

  1. Baseer beslissingen op een lange termijn filosofie die leidt tot meer waarde voor de klant, zelfs als dat ten koste gaat van korte termijn (financiële) doelstellingen:
  • Genereer waarde voor de klant, maatschappij en economie. Evalueer elke functie / rol naar de bijdrage hieraan.
  • Wees verantwoordelijk en houd het heft in eigen hand.
  • Werk en groei naar een gemeenschappelijk doel (Toyota = Good Thinking – Good Products).

Processen: verwijder verspillingen

 

  1. Door flow in het proces zie je eerder knelpunten (‘doe het werk van vandaag vandaag’):
  • Herontwerp processen zodat waarde wordt toegevoegd.
  • Laat materialen en informatie snel naar de juiste personen gaan.
  • Maak de stroom zichtbaar.

  1. Laat de werkelijke vraag bepalen waar tijd aan wordt besteed. Gebruik PULL tegen overproductie. Uitgezonderd bij een onvoorspelbare vraag (PUSH):
  • Lever aan de (interne) klanten alleen wat ze willen op het moment dat ze het willen.
  • Minimaliseer onderhanden werk en grondstoffen om vanuit terugkerende vraag kleine hoeveelheden uit te leveren.
  • Leg de verantwoordelijkheid voor detailplanning op de vloer.

  1. Zorg voor een gelijkmatig werkritme (Heijunka: ‘werk als een schildpad, niet als een haas’):
  • Accepteer minimale voorraden om variatie in werkdruk te kunnen balanceren.
  • Dwing mensen niet tot het uiterste als de klant niet meer vraagt.
  • Gebruik lege tijd om te verbeteren.

  1. Ontwikkel een cultuur om problemen direct structureel op te lossen zodat processen steeds betrouwbaarder worden. Stop bij fouten:
  • Creëer een cultuur van kwaliteit bewustzijn (Bij Scania zeggen ze: “Foutvrij van mij”).
  • Zorg dat mensen problemen kunnen oplossen.
  • Bouw middelen in om machines te laten stoppen bij fouten (Jidoka, stop the line).

  1. Gestandaardiseerde taken zijn de basis voor continu verbeteren door iedere medewerker en teams:
  • Leg kennis van een proces vast in standaarden.
  • Sta creativiteit en individuele invulling toe om standaarden te verbeteren.
  • Leg deze verbeteringen vast in een nieuwe standaard.

  1. Gebruik visuele middelen zodat problemen en afwijkingen direct zichtbaar zijn:
  • Gebruik eenvoudige visuele middelen om prestaties en afwijkingen te duiden.
  • Rapporteer via borden die zichtbaar zijn op de werkplek.

  1. Gebruik alleen betrouwbare, uitvoerig geteste technologie ter ondersteuning van mensen en processen:
  • Gebruik technologie om mensen te helpen, niet om ze overbodig te maken.
  • Pas nieuwe technologieën pas toe als ze zich hebben bewezen.
  • Moedig medewerkers aan nieuwe technologieën toe te passen in nieuwe situaties.

Laat mensen excelleren

 

  1. Ontwikkel leiders die diepgaand het werk begrijpen, en naar de Lean filosofie leven en het anderen leren en inspireren:
  • Leid zelf leiders op.
  • Het werk van leiders is geen uitvoerende taak en persoonlijke vaardigheden. Leiders geven het goede voorbeeld.
  • Een goede leider kent de details van het dagelijks werk.

  1. Respecteer en ontwikkel buitengewone mensen en teams die de filosofie van de organisatie volgen, die voldoening uit hun werk halen, en daag ze uit:
  • Creëer een sterke, stabiele cultuur waar waarden en ideeën worden gedeeld en uitgedragen.
  • Train individuen en teams in de toepassing van de bedrijfsfilosofie.
  • Gebruik multifunctionele teams voor verbeteringen.

  1. Respecteer je ketenpartners (leveranciers) door hen uit te dagen en te helpen:
  • Heb respect voor leveranciers en partners en beschouw ze als een uitbreiding van je bedrijfsvoering.
  • Daag leveranciers en partners uit om te verbeteren en geef daarmee aan dat je ze waardeert.

Continu problemen oplossen

 

  1. Ga naar de bron, de werkvloer (Gemba) om de situatie diepgaand te begrijpen (genchi genbutsu):
  • Los problemen op door naar de bron te gaan en zelf waar te nemen en gegevens te verzamelen.
  • Denk en praat op basis van je eigen en gecontroleerde gegevens.
  • Ook hoger management en directie moeten zelf waarnemen.

  1. Neem beslissingen langzaam, na zorgvuldige overweging van alle opties en gezichtspunten, door consensus en voer besluiten snel uit:
  • Kies pas een richting als alle andere mogelijkheden zijn geïnventariseerd. Maak daarna snelle stappen.
  • Bespreek problemen en oplossingen met iedereen die erdoor geraakt wordt om consensus te krijgen.

  1. Word een lerende organisatie door reflectie en continu dagelijks te verbeteren (kaizen)
  • Pas vanuit een stabiel proces continue verbeteren toe om kernoorzaken van problemen te vinden en op te lossen.
  • Leer mensen om te leren door bijvoorbeeld reflectie en feedback.