Porter, Michael
Hoogleraar Competitive Strategy Harvard Business School

Bron

Porter, M.E. (1985) Competitive Advantage: Creating and Sustaining Superior Performance.

 

Meer weten?

www.sdo-opleidingen.nl

Kennisupdate strategie en beleid

Kennisupdate procesmanagement

Waardeketen

Elk bedrijf maakt iets of levert een dienst en creëert zo waarde voor klanten, of houdt op te bestaan. Om die waarde te creëren zet een organisatie mensen en middelen in om de output te genereren die in overeenstemming behoort te zijn met de eisen, wensen en verwachtingen van klanten.

 

Het denken in processen en waardencreatie treft een belangrijk fundament in het gedachtegoed van Michael Porter. In 1985 publiceerde hij de value chain, de waardeketen, in zijn boek Competitive Advantage: Creating and Sustaining Superior Performance

 

Een waardeketen is een keten van activiteiten waarbij producten bij iedere activiteit enige waarde toegevoegd krijgen. Door alle stappen in het productiesysteem, in de keten van processen en dus alle activiteiten die een organisatie uitvoert, op een systematische manier te onderzoeken kunnen de bronnen van het (te ontwikkelen) concurrentievoordeel worden geanalyseerd, en gericht verbeterd.

Een interne waardeketenanalyse kan zodoende onderdeel zijn van strategische planning, gericht op het identificeren van de kracht en zwakten van de huidige organisatie, of beter alle waardecreërende activiteiten, gericht op het behalen van strategisch voordeel.

 

De waardeactiviteiten zijn onderverdeeld in primaire en ondersteunende, of secundaire, activiteiten.

Deze laatste zijn geordend in vier categorieën. Met infrastructuur bedoelde Porter de organisatievorm, werkwijze en besturing van de organisatie. Het werven en beheersen van de inzet van mensen (human resources), de inkoop van middelen en grondstoffen (procurement) en de technologisch ontwikkeling (Technology Development) die neerslaat op de ingekochte middelen is, en in te kopen is als expertise en advies.

De marge is het verschil tussen de totale waarde – de omzet – en de gemeenschappelijke kosten voor het uitvoeren van waardeactiviteiten.

 

De vijf fasen in het (primaire) waardecreatieproces zijn volgens Porter:

  1. Ingaande logistiek
    De afdeling inkoop en het team van de interne logistiek zorgen ervoor dat alle benodigde grondstoffen, halffabricaten, productiemiddelen en personeel op de juist tijd, juiste plek en met de juiste kwalificaties aanwezig zijn.

  2. Productie
    De stapsgewijze bewerkingen tot aan het uiteindelijke product. De conversie, soms transformatie, van input tot de gewenste output.

  3. Uitgaande logistiek
    Het organiseren van de logistiek tijdens het productieproces, en ook de logistiek van het gereed product naar de volgende gebruiker. Dit kan, maar hoeft niet de eindgebruiker te zijn. De fase omvat de orderafhandeling, de distributie, en vervoer.
    De interne logistiek hanteert een aantal grondvormen die afhankelijk zijn van de aard van het product. Het assembleren van een vliegtuig of het bouwen van een jacht vindt wezenlijk anders plaats dan de productie van auto’s. In de eerste voorbeelden organiseert men de productiemiddelen rondom het object, terwijl auto’s via een ‘lopende band’ langs de verschillende productie-units komen en daar hun bewerkingen ondergaan.
    In het boek ‘Werken met logistiek’ van Visser & van Goor wordt dit gedetailleerd uit de doeken gedaan.

  4. Marketing en verkoop
    De producten moeten verkocht worden en afgestemd zijn op de eisen en verwachtingen van consumenten. Door marketing kan een bedrijf veel niet-fysieke waarde toevoegen zoals Nike aantoont door sportschoenen voor 10 euro te produceren en voor 179 euro te verkopen.

  5. Service en dienstverlening
    Dienstverlening en after-sales zijn de laatste bron van waarde toevoeging in de beleving van klanten. Denk hierbij aan reparatiedienst, retourservice, hulp bij installatie, upgraden van producten en “alles met een glimlach.”